In de ravijn
Ziet men niks
Als men voor zich uitkijkt
Ook niet met ogen op de rug
De hemel is wel zichtbaar
Voor luttele seconden
Maar je riskeert een stijve nek
En afval van boven
Vaak is het er donker
En als er al eens een zonnetje piept
Is het nooit zonder schaduw
Om van de koude nog te zwijgen
En wie kom je er tegen?
Dode bergbeklimmers en levende aaseters
Die een duik namen
In de mond van de aarde
Je vraagt je af
Of je het wel levend haalt
Want energie stroomt er weinig
En het voedsel is schaars
Je kan er wel schuilen
Tussen het gebladerte
Doch veel is er niet te zien
Behalve geraamtes
Soms moet het
Voor de goedklimmende beer
Maar liever hem dan zijn broer
De nog-sneller-dalende stinkvoet
Al bij al raak je eraan gewend
De parazeilers vliegen altijd over
En van een vliegtuig
Mag je ook geen heil verwachten
Slachtoffers van een ramp
Die kunnen er nog bij
Hoewel de plaatsen duur zijn
Maar zo kan je al eens een vuurtje stoken
Die van overdreven zelfliefde
Moeten we hier niet
Geen zelfbeklag over de kloof
En erin al zeker niet
Nee in de ravijn ziet men niet veel
Geen nieuwsflashes of quizzen
Maar dat geeft niet
Het grote nieuws is
... dat ik er nog ben!
© GdJ
No comments:
Post a Comment